25% van de CO2-uitstoot in het wegvervoer wordt veroorzaakt door vrachtwagens. Daarom neemt het Europees Parlement maatregelen om de CO2-uitstoot van zware bedrijfsvoertuigen zoals vrachtwagens te verminderen met 30% in 2030. In 2025 moet het tussentijdse doel van 15% al behaald zijn. De EU lijkt in haar verklaring vooral in te zetten op een transitie naar voertuigen zonder- of met een lage uitstoot.

Welke schonere opties zijn er en hoe realistisch is dit eigenlijk?
Onlangs verscheen er een boeiend interview met Professor David Cebon van de Universiteit van Cambridge, een deskundige op het gebied van duurzaam vrachtvervoer en hoogleraar werktuigbouwkunde. In dit interview deelde hij zijn inzichten over de voortdurende strijd tussen waterstof en elektrisch aangedreven vrachtwagens, en gaf hij zijn visie op de toekomst van het vrachtvervoer.
Waterstof versus Elektrisch: Een Kritische Blik.
Laten we meteen ter zake komen: Professor David Cebon is resoluut in zijn standpunt – waterstof-aangedreven voertuigen zijn simpelweg geen economisch haalbare oplossing voor het decarboniseren van wegtransport. Na tientallen jaren van diepgaand onderzoek naar transport, is hij ervan overtuigd dat de cijfers onweerlegbaar zijn. In feite komt het erop neer dat waterstof gewoonweg te duur is als optie.
De Richting van de Auto-industrie.
Wat interessant is, is dat de technologische ontwikkeling en de leercurve op het gebied van alternatieve aandrijving worden gedicteerd door de auto-industrie, en niet zozeer door de vrachtwagenindustrie. En binnen de auto-industrie zien we een sterke voorkeur voor elektrische aandrijving. Dankzij de snelle innovaties en verbeteringen op dit gebied worden accu’s alleen maar betaalbaarder. Dit betekent dat het verschil tussen waterstof en elektrisch eerder groter dan kleiner wordt.
Elektrisch dus. Of toch niet?
Wij horen in de praktijk dat veel transporteurs wel kijken naar elektrische alternatieven. Maar het is voor vele (nog) geen financieel haalbare oplossing. Elektrische vrachtwagens zijn simpelweg veel te duur in aanschaf. Daarnaast zijn ze alleen lokaal (met korte ritten) goed inzetbaar. Voor lange ritten lopen vervoerders tegen de beperkte actieradius en lange laadtijden aan. Dit betekent dat de vrachtwagen veel stil moet staan. En dat is waar het bij transport om draait: tijd en afstand optimaliseren. Een vrachtwagen verdient geld als hij rijdt en verliest geld tijdens het parkeren.

Wat kan je als transporteur wel doen om je uitstoot te verminderen?
Hoe de EU deze nieuwe doelstelling gaat bewerkstelligen is onduidelijk. Uit de verklaring maken wij op dat er vooral restricties worden opgelegd aan fabrikanten van vrachtwagens. Zij moeten ervoor zorgen dat vrachtwagens in 2030 30% minder CO2 uitstoten. Maar natuurlijk kun jij als transportbedrijf al veel doen om jouw uitstoot terug te dringen. Enkele tips zijn:
- Zorg voor goed opgeleide chauffeurs. Bied bijvoorbeeld trainingen aan zoals economisch rijden.
- Zorg voor een optimale rolweerstand. Factoren die van invloed zijn: bandenspanning, aerodynamica, ladingsgewicht (voorbeeld: geef waar mogelijk de planten pas water nadat ze vervoerd zijn) en de gewichtsverdeling.
- Zorg samen met andere transporteurs voor een efficiëntere belading van vrachtwagens! Zo verhoog je niet alleen je winstgevendheid, maar verminder je ook je uitstoot. Een win-win dus!
Hoe meet je als transporteur jouw uitstoot?
Houd het eenvoudig! Ieder transportbedrijf heeft gedetailleerd inzicht in zijn brandstofverbruik. Door het aantal liters te vermenigvuldigen met de CO2-uitstoot per liter wordt inzichtelijk hoeveel kg CO2 is uitgestoten door jouw vrachtverkeer. Natuurlijk kan het verbruik toenemen als je groeit als bedrijf en meer opdrachten uitvoert. Het is dus belangrijk dat je de uitstoot deelt door het aantal vervoerde logistieke middelen zoals karren.